Virginian Creeper, The

Eerste bezetting 'Virginian Creeper Bluesband' 1968-1969

Jos Blokker
Leo van Biljouw
Nico (Koos) Broers
Martin Schoen
Cor Boot
zang
sologitaar
slaggitaar
basgitaar
drums

Foto: v.l.n.r. Martin Schoen, Leo van Biljouw, Cor Boot, Jos Blokker en Koos Broers.


Bezetting 1969-1970

Geert-Jan Westenbrink
Leo van Biljouw
Chiel Pos
Ruud van Wijnen
Karl Kalf
Martin Schoen
Cor Boot
zang
gitaar/dwarsfluit/zang
git/sax/dwarsfl./zang
toetsen/buegel
trompet/cello
basgitaar
drums


foto: v.l.n.r. Chiel, Cor, Ruud, Tinus, Leo en Karl (Geert Jan zie foto's onderaan de pagina)

Biografie

Zaanse formatie welke in voorjaar 1968 van start ging als bluesband met nummers van onder andere Canned Heat. In de zomer van 1969 volgde bezettingswisseling (na het stoppen van Blokker en Broers). Aanvankelijk als kwartet (Cor, Martin, Leo en Rudy van Wijnen). Vanaf september ook met Chiel Pos en Karl Kalff en tevens omschakeling naar 'progressieve popmuziek' met blazersectie en behalve eigen repertoire ook stukken van Chicago en Blood Sweat & Tears.

Diverse groepsleden speelden hiervoor in Zaanse groepen als Bluesincorporation 'Tonk' (Rudy van Wijnen) en The New Sounds (Chiel Pos en Karl Kalff). In december 1969 werd Gert-Jan Westenbrink uit Naarden aangetrokken als zanger. De groep trad veelvuldig op door het hele land en wist de interesse te winnen van platenmaatschappij Phonogram die de muziek echter 'te moeilijk' vond voor een single release. Drummer Cor Boot werd na zijn vertrek in juli 1970 vervangen door Rob Schipper die de laatste vier maanden meespeelde voordat de groep werd opgeheven.

Foto: Live in Soesterberg in 1968 bij Toni Boltini.

Martin Schoen speelde later in The George Baker Selection. Karl Kalf bij de Dizzy Man's Band en De Kift. Chiel Pos bij Beehave, Solution, Tabasco Brand en Rob Hoeke en Geert Jan Westenbrink maakt later deel uit van de bekende bands Superjones (Utrecht), Ratata (Jan Rot) en Da Capo.

Na de beat, blues en soul deed de ‘progressieve popmuziek’ zijn intrede. Eind jaren zestig werd de single steeds minder belangrijk. Het publiek ging ook elpees kopen en tijdens concerten op de grond zitten om naar de muziek te luisteren. De professioneel opgezette Zaanse formatie The Virginian Creeper bracht ‘elpeepop’ van een hoog niveau. Onder management van Lau Ruyter deed de groep in de periode 1968-1970 ruim 120 optredens door heel Nederland en zij maakte een (proef)plaatopname voor Bovema.

De band kende twee muzikale gedaanten. Het eerste jaar als de vijfkoppige 'Virginian Creeper Bluesband. 'De Creepers' werd opgericht op 1 april 1968 door door de Wormerveerders Martin Schoen (basgitaar, zang) en Koos Broers (gitaar). Drummer Cor Boot (voorheen samen met Schoen in de Mell Brain Set) sloot zich ook aan. Zanger Jos Blokker werd aangetrokken en sologitarist Leo van Biljouw speelde aanvankelijk 'los/vast' mee. De bandnaam werd bedacht door Martin Schoen. De groep koos voor rhythm & blues. De eerste groepsfoto (hierboven) werd op 16 april genomen op de kermis in Wormerveer na een repetitie. Schoen: ,,De rhythm & blues nummers veranderden in bluestukken nadat we een elpee van Canned Head hadden gehoord. Muziek waarin je je lekker uit kon leven.’’

De band is enthousiast en repeteerde 4x per week in Café De Kroon ( burengeruicht), bij WSV en bij Kamminga. Daarnaast bouwde men zelf boxen zodat er snel 'professioneel spul' op het podium kon staan.

Het eerste optreden vondt plaats in Ijmuiden (Sociëteit Alison). Na ongeveer 12 optredens in 1968 buiten de regio volgden eind 1968 de eerste Zaanse optredens in De Nieuwe Societeit in Wormerveer, samen met The Teckels en The Froggs Ltd, en in de Volksbond in Zaandam met Les Baroques.


De Creepers werd begeleidt door manager Lau Ruyter uit Wormer die ook Rob Hoeke onder zijn hoede had. Zo trad de band op 2 februari 1969 als invaller voor Hoeke op in Steenwijk alwaar de plaatselijke uitbater van de zaal een top-40 band verwachtte. De Creepers werd verzocht om er na een paar nummers maar mee op te houden.

Deze zaak had nog een nasleep (zie brief hiernaast). In Kampen werd echter opgetreden voor een enthousiaste volle zaal.



Foto's onder en boven: optreden op 30 november 1968 in Kampen















In april verliet Koos Broers de band. Er werd toen enige tijd met vier man opgetreden. Nadat ook gitarist Jos Blokker de groep in juni 1969 had verlaten kwam de omwenteling naar ‘progressieve pop’. Cor Boot verliet de groep in juli voor Bluesincorporation Tonk om even later weer terug te keren samen met multi-instrumentalist Rudy van Wijnen (zang, piano, mondorgel, gitaar, trompet). Chiel Pos (saxofoon, gitaar, fluit, zang) en Karl Kalf (trompet, cello, piano) speelden 'los/vast' mee om zich begin 15 september definitief aan te sluiten bij The Virginian Creeper. Van Biljouw ging behalve gitaar ook dwarsfluit spelen. En na enkele maanden werd de Naardense zanger Geert Jan Westenbrink in december 1969 aan de formatie toegevoegd.

foto's v.l.n.r. Geert-Jan, Chiel, Cor, Leo , Karl en Ruud. The Virginian Creeper bracht 'progressieve' popmuziek in de stijl van Chicago, Blood Sweat & Tears en Jethro Tull. Naast een enkele cover werd er voornamelijk eigen repertoire gebracht van Chiel Pos en Karl Kalf, die voor die tijd in The New Sounds al experimenteerden met ‘nieuwe geluiden’, en composities van Martin Schoen en Leo van Biljouw. De creativiteit en de ideeën waren er volop en het brede instrumentale palet bood alle mogelijkheden om toch ‘pakkende’ nummers te maken. Boot: ,,Wij speelden geen ellenlange nummers hoor. Ondanks ‘moeilijke’ maatsoorten zat er wel degelijk een duidelijke melodieuze lijn in. Sommige zaaleigenaren wilden meer ‘hits’ horen voor de vaste barbezoekers maar het publiek in de zaal vond het altijd fantastisch! En er werd ook gedanst op onze muziek’’

foto's onder: v.l.n.r. Martin, Ruud.

De ‘Creepers’ traden veelvuldig op door heel Nederland. In jeugdsociëteiten, jongerencentra, beatclubs, bars, sporthallen en op schoolfeesten, waaronder het Blaise Pascal College, Michaël College en het Zaanlands Lyceum (De Speeldoos). In maart 1970 werd de groep uitgenodigd voor een (proef)plaatopname bij Bovema in Heemstede waar de Karl Kalf compositie ‘Embryo’ op band werd vastgelegd. Uiteindelijk werd er geen plaatje uitgebracht. Commentaar van de platenmaatschappij: ‘Zeer goede muziek doch te moeilijk voor een single.’’
























Foto boven: The Virginian Creeper live in De Speeldoos op 20 februari 1970.

Optredens waren er echter genoeg. En daarnaast werd er twee tot vier keer per week gerepeteerd. Boot: ,,Omdat het mij te druk werd ben ik in juli 1970 gestopt. Ik werkte inmiddels full-time en de anderen studeerden nog.’’

Foto links: Optreden op 19 september 1970 in Gorinchem (Moksha)

Cor Boot werd in juli opgevolgd door drummer Rob Schipper die nog ongeveer 30 optredens meedeed. In het najaar van 1970 liep het langzaam af. Schoen: ,,De optredens liepen terug en er kwamen geen nieuwe vaste contracten. Eind december 1970 zijn we gestopt.’’

Schoen probeerde daarna verschillende nieuwe formaties op te zetten. Kalf stapte over naar de Dizzy man’s Band. Chiel Pos begon na The Virginian Creeper in augustus 1971 een nieuwe formatie samen met Martin Schoen, Jaap Keune, Kees van Zelst en ook Wim Wester. Na enkele optredens (Palermo in Bergen), opnamen in Amsterdam en gesprekken met producer Tony Vos kreeg Pos eind november een (solo)platencontract bij Phonogram. Deze formatie kwam uiteindelijk niet van de grond. Pos sloot zich later aan bij Greenhorn/ Beehive.

Martin Schoen speelde korte tijd bij Rob Hoeke (1972), hardrockband Canyon (1973) en kwam na een advertentie (GBS zoekt bassist) begin 1974 bij de uiterst succesvolle The George Baker Selection. GJ Westenbrink dook later op succesvolle groepen als Ratata en Superjones.


Na foto/ oproep van V.C. Bluesband (eerste bezetting 1968) volgden de reacties. Zie artikel in NHD van Albert Meester hieronder.

















Poster hieronder: Bluesfestival in Schijndel met Rob Hoeke Rhythm & Blues Group en de tweede bezetting van THE VIRGINIAN CREEPER